w o r k s h o p T e l A v i v
Lisi Estaras, choreografe en danseres bij les ballets C de la B, kreeg een uitnodiging om in Augustus 2010 in Israël een dansworkshop te geven, het land waar een stuk van haar roots liggen en een deel van haar familie woont. Lisi hield een dagboekverslag bij, waarin ze schrijft over haar beslissing om op de uitnodiging in te gaan, ondanks de culturele boycot van les ballets C de la B. Het verslag vertelt ook over de verschillende opvattingen waarmee Lisi in Tel Aviv geconfronteerd werd, én over haar workshop.
d a g b o e k
(door Lisi Estaras)
Toen ik een uitgenodiging kreeg om in Israël een dansworkshop te geven vond ik dat buitengewoon spannend. De organisatoren van het evenement hadden mijn productie primero-erscht gezien. Het raakt je natuurlijk altijd diep wanneer je terugkeert naar de plaats waar je ooit 'thuis' was. Ik was er nu al 14 jaar weg en een deel van mijn leven had ik daar achtergelaten. Maar mijn probleem was: hoe zou ik omgaan met hetgeen Israël vertegenwoordigt? Zou het betekenen dat ik akkoord ga met de politieke situatie? Of dat het mij niets uitmaakt omdat het maar een dansworkshop is? Dit argument wou ik niet aanvaarden. Hoe zou ik daar de positie van les ballets C de la B uitleggen? Hoe zou ik mijn familie en vrienden uitleggen dat ik nu deel uitmaak van een andere familie die Israël op cultureel vlak boycot?
Natuurlijk krijgt alles een betekenis zodra je een besluit neemt.
Ik weet dat de mensen die mij hadden uitgenodigd helemaal niet akkoord gaan met de politiek van Israël (en zij hebben het gevoel dat ze niets kunnen doen om de situatie te veranderen) en dat de dansers die zullen deelnemen aan de workshop gewoon willen dansen, net zoals in elk ander land.
Ik kon het gewoon niet over mijn hart krijgen niet te gaan. Het was geen rationele beslissing. Ik besloot dat werken in allebei de richtingen het enige was dat ik kon doen. Ik zou naar Israël gaan en daar de Gaza Monologues doen, een project dat gebaseerd is op uittreksels uit dagboeken van Palestijnse jongeren. Dan zou ik mij bij mijn beslissing misschien beter voelen.
Zaterdag, 7 augustus 2010
Aankomst op Ben Gurion Airport. Het gebouw is modern en nieuw. Aan de muur posters voor elk jaar van de onafhankelijkheid sinds 1948: mensen in boten met vlaggen van over de hele wereld die eindelijk aankomen in het beloofde land, mensen die de oorlog overleefd hebben, de Zionisten, het begin van de kibboets, Tel Aviv wordt een cosmopolitische stad, het Israëlisch leger...
Israël, slechts 62 jaar! Dat zal ik tijdens de komende dagen nog vaker horen.
Bij de pascontrole aarzel ik welke taal ik moet spreken. Hebreeuws? Dan vraagt zij mij misschien waar ik het geleerd heb, op haar computer zal ze zien dat ik ooit een Israëlisch staatsburger was, ze zal mij vragen waarom ik mijn Israëlisch paspoort niet meer heb. Ik zal uitleggen dat ik mijn Israëlische nationaliteit geruild heb voor de Nederlandse. Zij zal boos naar me kijken...
Ik denk aan de brief met de stempel waarop staat dat ik uitsluitend kom om een dansworkshop te geven, van dan tot dan, en ik wil mijn entrée in dit land zo vlot mogelijk laten verlopen.
Ik zal maar beter in het Engels antwoorden.
Ik ben aan de beurt. Zij bekijkt mijn paspoort en vraagt niets.
Aan de uitgang wacht Claudio op mij, mijn Argentijnse vriend. Af en toe zien wij elkaar, telkens hij naar Europa komt. Hij is artistiek directeur van het Suzanne Dellal Centre, een kunstencentrum in Tel Aviv.
De straten van Tel Aviv zijn leeg. Sabbat in augustus. De meeste mensen zijn thuis of aan zee. Vijf uur in de namiddag en 38 graden.
Om zeven uur 's avonds komen zij mij oppikken. We gaan naar het huis van Rivka, een vrijwilligster die van dans houdt en haar huis ter beschikking stelt voor de samenkomst van alle lesgevers en organisatoren van de Bridge Choreographic Meeting.
Rivka is 78 en komt oorspronkelijk uit Jemen. Zij heeft zelf gedanst en les gegeven. Haar familie is er ook: haar beide zonen en haar dochter zitten in de living met de airco op volle toeren. Zij kijken verwonderd naar mij omdat mijn Hebreeuws redelijk goed is. Wij spreken over het weer, terwijl ik bibber van de kou.
Ik ontmoet Barak Marshall, de man die mij naar Israël heeft uitgenodigd. Hij is choreograaf en artistiek directeur van de Bridge Choreographic Meeting. Er zijn dansers, lesgevers en mensen van de Los Angeles - Tel Aviv organisatie die dit evenement ondersteunen. Natuurlijk, de Amerika- Israël verbinding denk ik.
Ik ontmoet een paar van mijn vroegere lesgevers uit de tijd toen ik bij het Ensemble Batsheva danste. Mijn balletleraar herinnert zich niet aan mij. Hij noemde mij steeds 'duikboot' omdat ik niet zo goed kon springen, altijd weer 'onder' ging. Maar zelfs met deze anekdote kan hij zich niet aan mij herinneren.
Wij praten over les ballets C de la B en hun Israël-boycot.
- "Wij begrijpen dat. Wij kijken niet naar hetzelfde nieuws. Waarom doen de Belgen niets aan de rotzooi die ze in Congo hebben achtergelaten?"
Ik vertel over onze trip met pitié naar Kinshasa, over het werk van Alain Platel in Ramallah en dat de organisatie in Ramallah spijtig genoeg niet was ingegaan op mijn uitnodiging om vijf van hun dansers over de grens te sturen om de workshop te volgen.
- "Zij werden al vaker uitgenodigd maar zij willen niet komen, zij hebben het gevoel dat het uit een soort liefdadigheid gebeurt. In Europa begrijpt men niet dat wij het met onze regering niet eens zijn maar dat wij wel van ons land houden."
Claudio is een echte Zionist, van het Shomer a Tzahir Movement. Zij recruteren jonge mensen in Argentinië en overtuigen hen van 'Aliah', van immigratie naar Israël, de hemel van de joden, waar alle joden ter wereld zouden moeten samenkomen. Ik herinner mij aan mijn tijd in het Shomer a Tzahir als een gelukkige tijd vol idealen.
Terug naar het hotel.
Zondag, 8 augustus 2010
Slecht geslapen. Ik ga naar het Suzanne Dellal Centre waar de workshop zal plaatsvinden. Nieuwe dansstudio's, koffiehuizen en restaurants. Er is veel veranderd in 14 jaar. De vibe van de stad vergelijken ze met Soho in London of met NY.
In de studio zie ik een grote poster van een stuk dat wij in 1995 opgevoerd hebben, ik herken mezelf erop. De meeste andere dansers op de poster leven nu in Europa.
Er zijn ongeveer twintig mensen met een multiculturele achtergrond. Na een korte introductie beginnen wij met een paar improvisaties en stukjes uit het repertoire van primero, één van mijn recente creaties. Zij zijn verwonderd dat ik met Jiddische muziek en Klezmer liederen werk. Zij zijn zeer geboeid door het idee van 'toestanden' te gebruiken om tot bewegingen te komen en uitgaand van fysieke toestanden hun eigen danslijnen op te bouwen.
Tijdens de pauze willen zij meer weten over les ballets C de la B. Ofir vraagt of het juist is dat Alain Platel niet werkt met Israëliërs of Joden. Ik leg uit dat er bij vorige producties Israëliërs in het team zaten en dat ik zelf een joodse ben. Wij lachen. Ik geef uitleg over de culturele boycot: dat les ballets C de la B gewoon geen voorstelling in Israël willen geven tot Israël zijn politiek verandert en dat zij op die manier de regering onder druk willen zetten. Ik zie hun ontgoocheling, vooral bij de mensen die net hun legerplunje uitgetrokken hebben om hun ballettenue aan te trekken.
Op het eind van de dag bekijken we al het materiaal, ik ben verrast over de hoge technische bekwaamheid van sommige mensen. Ik ben van plan elke dag een stukje choreografie af te werken en er dan een paar uit te kiezen die we donderdag willen tonen.
Tijdens de week verlies ik een paar van mijn leerlingen. Sommigen willen liever bewegingen leren die van voor af aan zijn vastgelegd, liever dan zelf te moeten creëren. Ik praat hierover met Barak en hij moedigt mij aan niet van mijn plan af te wijken.
Na de workshop loop ik onmiddellijk naar de zee. Ik zie heel ontspannen mensen, ze genieten, het zou net zo goed in Zuid-Frankrijk kunnen zijn. Alleen de voortdurende aanwezigheid van helikopters maakt het anders.
Ik heb een afspraak met Claudio; ik loop op het gras bij de zee. Er zijn een paar religieuze mensen, in het zwart gekleed, met een russische hoed op, zij bewegen zich naar voor en naar achter bij het bidden, naar de zee toegekeerd, zij zweten, vrouwen in bikini's liggen vlak naast hen, islamitische mannen en vrouwen met hun gezinnen zitten rond de barbecue en jonge, religieuze mensen met een blind date: zij ontmoeten elkaar in een hotel in de buurt en leren elkaar kennen tijdens een wandeling, zonder de druk van hun familie. Zij zien er mooi uit, zuiver en vol schroom, zij mogen elkaar niet aanraken.
Bij de ingang van het restaurant controleren ze mijn tas, ik herinner mij aan de bommen van een paar jaar geleden. Toen zei men dat het veiliger was achterin het restaurant te gaan zitten, de kamikazes werden gewoonlijk bij de ingang tot staan gebracht, waar hun bommen detoneerden.
In het restaurant ontmoet ik een koppel, zij is van Venezuela en hij is Israëliet. Bijna 20 jaar lang hadden zij een dansgezelschap in Venezuela en ze leefden een tijdje in New York. Zij vertellen mij dat zij een stuk over Anne Frank gemaakt hadden en dat deed de deur dicht! Chavez, president van Venezuela, liet het gezelschap opdoeken; in hun beschrijvingen is hij een dictator en een antisemiet. Zij moesten uit het land vluchten.
Ik kan het niet geloven, weet niet wat te zeggen. Ik leg uit dat wij in Argentinië (ik was er onlangs voor twee maanden) veel sympathie hebben voor Chavez, dat ook Maradonna hem een bezoek heeft gebracht. Nog niet zo lang geleden ontmoette ik zelfs een paar dichters uit Venezuela die in mijn stad hun gedichten kwamen voorlezen en kwamen pleiten voor nieuwe verbondenheid in Latijns-Amerika. En dat mijn moeder een grote fan is van Chavez! En die fantastische documentaire van Oliver Stone...
Natuurlijk kan je niemand van iets overtuigen als zijn persoonlijke tragedie ermee verstrikt is. Het gesprek komt op Israël.
- "Wij voelen ons goed hier, ook al ben ik geen Joodse", zegt zij. "Slechts 62 jaar en kijk: zo een ontwikkeld land!"
Maandag, 9 augustus 2010
Met de taxi naar Suzanne Dellal Centre, te heet om te lopen. In de workshop proberen we te werken met sprookjes, hoe je met bewegingen een verhaaltje vertelt. Het wordt echt leuk. Tot mijn verbazing zijn er in hun verhaaltjes geen tekens van moeilijke situaties of van angst. Ik heb het gevoel dat de mensen hier een normaal leven willen leiden, in een normaal land willen leven en willen vergeten wat er een paar kilometers verderop gebeurt. Dus waarom zou ik ze daaraan herinneren?
We werken met het idee van het 'monkey mind' apedenken: hoe onze gedachten van het ene naar het andere springen, zonder enige logica, hoe wij dit in bewegingslijnen kunnen vertalen, elkaar iets leren, kopiëren, het idee van conversatie gebruiken. Het werkt echt goed, automatische choreografie.
Tijdens de pauze ga ik een kijkje nemen bij de andere groep. Zij leren sequenties van Rooster van Barak Marshall, hij gebruikt Chassidische muziek en je kan duidelijke tekens van joodse traditie zien in de bewegingen, het is vol energie en geluk.
De dansers en Barak leggen mij uit hoe de Israëlische dansgroepen in het buitenland op tournee gaan, zelfs nu ze nauwelijks nog worden uitgenodigd.
De dansers wonen op verschillende etages met twee bodyguards op elke verdieping om te vermijden wat er gebeurd is tijdens de Olympische Spelen in München in 1972. Op tournee praat je beter niet tegen mensen die je niet kent, je nodigt ze beter niet uit of je zegt niet welk kamernummer je hebt, of met hoeveel je bent, of je verraadt niets over je reisschema. Ik denk onmiddellijk aan de joodse paranoia.
- "Het gebeurde eens tijdens een optreden in Frankrijk dat het publiek begon te roepen: 'Intifada, Intifada.' De moeder van Barak, die toevallig in het publiek zat, ging op het podium staan en begon met de typische ululatie, lalalallala (de lange, hoge toon die lijkt op het huilen van een hond of van een wolf) waarmee ze het publiek tot bedaren bracht."
Zowel Joden als Arabieren gebruiken dit geluid bij hun rituelen en vieringen.
Terug in het hotel kijk ik naar het nieuws. Het conflict met Turkije over de boten die humanitaire hulp brengen voor de Gazastrook. Ze zeggen dat de boten van de Hamas waren, dat zij wapens aan boord hadden, dat de soldaten hen moesten doden. Op het TV-scherm verschijnt een rode cirkel waar de vermeende gewapende mannen zaten.
Claudio vertelde me later dat de meerderheid van de Israëliërs weten dat de soldaten uit schrik de situatie verkeerd hadden ingeschat.
Dinsdag, 10 augustus 2010
Wij werken met het idee van duetten, confrontaties en verschillende soorten van ontmoetingen tussen mensen. Ik gebruik 'Tumbalalaika', een oud Jiddisch lied over een jongen in Rusland die verliefd wordt, een klassiek lied uit de traditie van de Asjkenazim. Niemand in de groep herkent het.
Dat doet mij denken aan de eerste keer toen ik naar Israël kwam in 1990. Ik besef dat Israëliërs niets wisten over het jodendom; en zij lijken er ook niet om te geven. Zij wonen in Israël, ze doen hun legerdienst en dat was het.
's Avonds wacht een deel van mijn familie mij op. Zij wonen in het noorden. Ruth, mijn nicht, de pientere van de familie (MA in Latijns-Amerikaanse studies aan de universiteit van Jeruzalem) en haar echtgenoot Oren, een wijnboer uit Zuid-Afrika. En hun twee kinderen, Tzuf, ongeveer 15, hyperactief, gekleed als een punk en Peleg, in haar militair tenue. Ik ben officier, vertelt ze mij trots. Zij houdt toezicht op soldaten zonder familie of zulke met een problematische achtergrond; een hoge graad in het leger. Zij toont mij haar linker schouder met de tekens IDF (Israel Defense Forces). In Israël is het een eer soldaat te zijn, het beeld van het sexy meisje met een wapen wordt er gecultiveerd, het is hip goed te presteren in het leger, goed te zijn voor je tweede familie.
Wij zitten in een visrestaurant in Tel Aviv, een mooie mediterrane stad op een warme avond.
- "Zie je hoe sterk alles zich heeft ontwikkeld, in slechts 62 jaar!", zegt Oren. "Een paar jaar geleden konden wij hier niet zitten, wij hadden schrik voor de bommen. Nu, met de muur en de versterkte controle, is het veel beter. Wij hadden geen andere keuze."
Wij praten over Ruth, die naar London zal gaan studeren. De laatste keer dat zij in Europa was geweest, was ter gelegenheid van mijn huwelijk.
- "Frankrijk was verschrikkelijk, vol Arabieren en zigeuners, ze laten je niet met rust, altijd vragen ze geld, of dit of dat."
Ik wil ze eraan herinneren dat onze grootvader gedeeltelijk een Roemeens zigeuner was! Maar dan laat ik het.
Wij praten over het werk, over de workshop en wanneer zal ik in Israël een optreden geven? Ik geef uitleg over het beleid bij les ballets C de la B, over de culturele boycot en dat zij niet de enigen zijn, vele organisaties over heel de wereld doen precies hetzelfde. Zij zijn verrast en ik ben verbaasd dat zij er zich zo weinig van bewust zijn hoe de wereld over Israël denkt.
Oren begint mij te beschermen, hij denkt dat ik hulp nodig heb omdat ik in Europa leef en de Europeanen geen sympathie voelen voor de Joden.
- "Niemand houdt van ons, en nu nog minder, nu wij zo sterk zijn."
Peleg is onzet, zij kan het niet geloven.
- "Wij hebben één van de beste legers ter wereld. Voor ons (IDF) is het menselijk leven het belangrijkste. Iedere morgen zeg ik tot onze soldaten dat zij onze Arabische vrienden zo moeten behandelen zoals zij zelf behandeld willen worden; een rustige dag op de controlepost is een rustige dag voor het land. Zij komen om hun kinderen brood te brengen! Ik zeg tot mijn soldaten, als er een zwangere vrouw tussen staat, laten wij haar als eerste door, wij geven haar water. Als de airco kapot gaat, repareren wij die onmiddellijk. Je zou eens moeten langskomen met je gezelschap, wij organiseren een rondleiding in de controleposten. Wij zijn het enige leger ter wereld dat de bevolking eerst met strooibiljetten vanuit vliegtuigen aanraadt hun huizen te verlaten omdat de huizen zullen gebombardeerd worden!"
Tzuf voelt dat ik nerveus word en ook zij wordt nerveus. Zij gaat staan en opnieuw zitten en zegt mij dat ook zij naar het leger zal gaan.
- "Als je een goed mens bent, dan ga je naar het leger om je land te verdedigen, zelfs al ben je een kunstenaar."
Zij vertelt mij over haar video's op facebook, waar zij zingt, en dat zij graag de zangwedstrijd 'For a dream' zou winnen, stel je voor, één miljoen Shekels! Nee! Maar het gaat haar niet om het geld, het is de ervaring die telt, zegt zij.
Snel wordt zij onderbroken:
- "Tzuf, je begint af te dwalen. Wij moeten Lisi helpen! Wij moeten haar een reden geven: Waarom is Israël goed?"
- "Wij zijn bij de besten in de wetenschappen en de geneeskunde. Wij hebben één van de hoogste percentages bij de Nobelprijswinnaars. (!!!) In Frankrijk wonen een miljoen Arabieren, de meeste van hen hebben een job bij een schoonmaakploeg of het zijn gewoon herrieschoppers. Europa zal weldra de prijs moeten betalen van deze hoge moslim immigratie. Zij respecteren de vrouwen niet; zij gebruiken hun kinderen als levende schilden! De wereld houdt er niet van dat wij sterk zijn, zij zijn antisemitisch sinds Jezus, en vergeten wij de Holocaust niet, de Arabieren willen ons in zee gooien, ook vandaag..."
Ik probeer zachtjes uit te legen dat wij zulke excuses niet meer kunnen gebruiken, zij zijn niet goed genoeg en boycot is niet goed voor een land; Israël heeft de rest van de wereld nodig!
- "Wij zijn goede joodse jongens en meisjes, wij doen geen verkeerde dingen. Het is onze plicht. Wij oefenen veel zelfkritiek uit in het IDF, verslag volgt op verslag om elke vorm van misbruik te voorkomen."
- "Wij respecteren het menselijk leven, dat is voor ons het belangrijkste. Er bestaat een communicatieprobleem met de wereld, wij hebben geen geheimen."
- "Het schip, het was de Hamas, zij hadden wapens. Altijd zijn wij de slechten... Kijk naar Gilad Shalit, de soldaat die meer dan drie jaren door de Hamas gekidnapt was. In ruil voor één soldaat was Israël bereid duizend gevangen vrij te laten. Waarom? Omdat het leven het belangrijkste is. En hij was een doodgewoon soldaat, niets opzienbarends of zo."
De treurige waarheid is: Wat betekent één soldaat vergeleken met duizend vermoorde Palestijnen? Menselijk leven, maar slechts het leven van onze mensen?
Op dat moment wordt iedereen emotioneel. Peleg is kwaad en begint te wenen.
- "Jij zou dus geen foto van ons allen op je facebook zetten waar ik in legeruniform op sta? Jij schaamt je voor mij?"
Ik zie hoe pijnlijk dit wordt. Ik zeg dat wij familie zijn en dat dit het belangrijkste is, naast de politiek van Israël, maar ik voel de verwondingen aan beide kanten.
Wij verlaten het restaurant; zij hebben nog steeds het gevoel dat zij mij moeten helpen met mijn identiteitsprobleem. Zij willen mij een paar video's op youtube tonen van het leger; ik beloof hun dat ik er later zal naar kijken. Ik moet mijn gedachten weer op een rij zetten. De veiligste plek: mijn hotelkamer.
Wij nemen afscheid, maken een paar foto's, ik zeg nog dat ik mijn best zal doen de volgende dag nog es langs te komen...
Terug in mijn schuilplaats word ik gek, ik voel mij gebrainwashed. Ik zoek op youtube naar ' Israëlisch-Arabisch conflict'. Ik zie hoe een religieuze Joodse vrouw een Arabische vrouw slaat en hoe zij achter een omheining moet leven door de agressiepolitiek van de nederzettingen, hoe het IDF Palestijnen mishandelt, ze duwt, slaat, op ze schiet, de bekende beelden. Ik zie de video's die mijn nicht mij aanbevolen heeft, een paar soldaten die een videoclip maken, zij dansen in de straten van Hebron, voeren funky pasjes uit met hun geweren. 'Het is makkelijk grapjes te maken over de bezetting als jij de onderdrukker bent' heeft iemand erbij geschreven.
Ik bel mijn moeder op en zij bevestigt: het is de 'rechtse' kant van de familie, met de bijsmaak van de blanke overmacht. Mijn moeder, die van Chavez houdt, die zelf gevochten heeft tegen de militaire dictatuur in Argentinië, voor haar moet het nog moeilijker zijn. Zij kwam naar Israël in het jaar 1956, vol idealen om dit land op te bouwen met intellectuelen en socialisten die het land bewerkten. Zij moet altijd lachen wanneer zij aan haar legertijd terugdenkt. Toen zij de gevangenis in moest omdat zij bloemen in de loop van haar geweer had gestoken.
Zij studeerde in Jeruzalem en kon de Israëlische arrogantie niet uitstaan. Na tien jaren keerde zij terug naar Argentinië. Zij kwam er midden in de dictatuur terecht. Zij werd gekidnapt, ervan beschuldigd een terroriste te zijn, terwijl zij filosofie doceerde aan de universiteit. Gedurende bijna een jaar gold zij als 'verdwenen'. Maar dit is een ander smartelijk verhaal van ongerechtigheid.
Besluit van de dag: familie is familie.
Woensdag, 11 augustus 2010
's Morgens voel ik mij een beetje zwak van wat ik de vorige avond heb meegemaakt. Ik denk na over de vehemente standpunten van mijn familie. Ik spreek erover met Barak dat ik misschien de text van de Gaza Monologues zou doen met de mensen van de workshop; hij vindt het een echt goed idee. Hij is iemand die zeer positief denkt en moed geeft, ik denk dat hij er ook mee bezig is met dat dilemma van ergens thuis te horen, wij lachen er vaak over dat wij de echte 'wandelende Joden' zijn. Hij woont tussen Tel Aviv, Los Angeles, London...
Met de groep werken wij rond het thema 'nachtmerries' en welke fysieke uitwerking dat heeft. Wij werken op de grond, scherpe staccato bewegingen. Daarna rechtopstaand, een 'nachtmerrie' wakker te zijn. Er is een heel jong meisje, Lyron, ik denk dat ze niet goed Engels kan, daarom volgt zij de oefeningen niet, maar ik ben zeer verrast over haar fysieke présence en hoe emotioneel zij is wanneer zij danst. Dan zijn er Ofir en Ido, zij hebben geen legerdienst gedaan en zij waren een tijdje in Europa met kleine projecten in Salzburg. Maar leven in Oostenrijk zouden zij niet uithouden.
- "De mensen zijn daar zeer onvriendelijk, een beetje nazi."
Daarmee ga ik akkoord en wij lachen. Joden hebben het vaker over dit thema. Er zijn ook de meest extremen bij, die niet eens een bezoek aan Duitsland willen brengen.
Wij improviseren en zoeken materiaal voor korte solo's. Alles kan dienen: iedereen maakt gebruik van zijn clichés, de bewegingen die je het best liggen, bewegingen die je altijd graag gebruikt. Hoe kunnen wij nu deze persoonlijke bewegingen verbinden met de fysieke kwaliteiten waaraan wij de voorbije week hebben gewerkt? Het is zeer intensief en ook al kijken ze een beetje verward, zij genieten ervan hun 'eigen' ding te doen.
Wij werken met het idee van een passief lichaam en iemand die het manipuleert als een 'voorwerp' door de lichamen op een hoop te leggen. De 'body bags' scène van vsprs. Samen met de Jiddische muziek wordt dit heel rijk aan duidingen. Wij overlopen de verschillende scènes, hoe kunnen wij ze samenvoegen voor de show van de volgende dag? Ik kies een beetje materiaal van primero en de recapitulatie van waar wij aan gewerkt hebben.
Claudio en Barak komen kijken. Zij zijn aangedaan dat deze jonge dansers met dit soort thematiek bezig zijn; 'zo menselijk' zeggen zij. Claudio vermoedt dat het dragen van de lichamen een beetje te sterk zal zijn voor de opvoering op donderdagmiddag; 'het zou eerder iets lichts moeten zijn'. Ik beloof erover na te denken. De dansers vinden het een zeer bijzonder moment en zij willen het absoluut tonen. Op het laatste nippertje neem ik het uit de show.
Na de pauze geef ik een introductie van de Gaza Monologues. Ik ben zeer nerveus.
De mensen die deze teksten geschreven hebben over hun ervaringen en hun leven in Palestina zijn jonger dan 18. Hun teksten worden over de hele wereld verspreid en in alle landen zullen zij gerepeteerd en vertoond worden.
Ik geef de eerste tekst te lezen:
"Het uur dat ik het meest haat is twaalf uur 's middags. Ik voel dat er opnieuw oorlog komt."
"Voor de oorlog was ik een kind... Maar na de oorlog ontdekte ik dat ik geen kind meer ben en dat er in Gaza geen kinderen zijn."
"Het Israëlisch leger deelde de buren mee dat zij hun huis zouden bombarderen. Ik liep snel naar huis om het mijn ouders te vertellen. Daarna kon ik niet meer slapen."
"Iedereen was dood. Het meest bedroefd was ik om de kleine meisjes."
"Ik weet niet hoe ik op straat moet gaan, eerst liep ik rechts, maar ik had schrik, dan stak ik over en liep links, maar ik had nog steeds schrik. Waar moet ik lopen? Misschien in het midden?"
"Ik vergat je nog te vertellen dat mijn broer een teekopje in zijn hand hield bij de eerste ontploffing. Het viel uit zijn hand en brak. Denk je dat het van de schrik was?"
"Er is geen water ... geen electriciteit ... geen telefoon ... geen benzine ... wat zijn wij voor de wereld, zijn wij geen mensen?"
"Ik kleed mij aan, zeer netjes en verzorgd, zodat ik, wanneer ik sterf, een mooie dood sterf. Het zou een probleem zijn als een raket mij zou treffen, want dan zou ik 100 stukken zijn en ik wil liever in één stuk sterven."
Zij stoppen. Ik voel hun verwarring en verlegenheid tijdens het lezen, alsof dit alles niet echt waar kan zijn. Hoe kan dit gebeuren? Is het misschien alles overdreven?
Dat dacht ik ook toen ik het de eerste keer las. Maar dan lees je het opnieuw en opnieuw en je weet: het is de waarheid...
Een groooote stilte hangt in de studio. Het is echt moeilijk en ik weet niet of dit nu wel een goed idee was. Mijn verklaring was dat het een project is dat ik binnenkort wil doen en dat ik het met hen wil delen. En dat ik geen oordeel uitspreek over hen of iets dergelijks, maar dat die jonge schrijvers bijna even oud zijn als zijzelf en ik vond het belangrijk te horen wat zij te zeggen hebben, vooral omdat zij net om de hoek wonen van waar wij ons nu bevinden.
Wij verlaten de studio, iedereen heeft frisse lucht nodig. Wij gaan samen iets drinken.
Terug in het hotel. Ik voel opnieuw die onmacht en ik ben mij niet zeker van die alles-omvattende situatie. Altijd nog zeer opgewonden voor morgen.
Donderdag, 12 augustus 2010
Om negen uur 's morgens komen wij samen in de studio om te repeteren, dan gaan we op het podium en doen een doorloop met alle anderen, een soort generale repetitie. Daar op scène te staan doet mij denken aan de tijd toen ik het besluit nam danser te worden.
De sfeer is goed en het gaat er leuk aan toe. De dansers zitten in het publiek en tussen de opvoeringen lopen zij op en van het podium. Er is een reeks van Damien Jalet, een danser die ik ken van les ballets C de la B en die hier vorige week een workshop gaf. Het is zeer energiek en mooi; ik vind het fantastisch. Ook het stuk van Barak met Klezmer muziek, een mix van Israëli folklore bij een joods trouwfeest en hedendaagse dans.
Ik ben tevreden met mijn keuze, maar ik besluit het gedeelte met het dragen van de lichamen weg te laten; het is te dramatisch. De dansers zijn ontgoocheld maar zij begrijpen mijn twijfels. Wat zij doen is totaal verschillend van de andere presentaties; het maakt mij een beetje onzeker. De dansers zelf gaan er helemaal in op, zonder enige twijfel. Verbazend hoe mensen op zo korte tijd zo hecht verbonden kunnen raken.
Een van mijn dansers moet in de theaterbar werken net op het tijdstip van de voorstelling. Ik praat met zijn chef, maar het helpt niets. Ofir zal de show missen ... en wij zullen hem missen!
Om 12 uur komt het publiek naar binnen. Het zit stampvol. Ik zie veel bekende gezichten. Claudio geeft de introductie met een bijzonder woord van dank voor de ambassadeur van België die naar de voorstelling is gekomen. Ik ben echt ontroerd dat hij er is. Ik voel zoiets als trots dat ik mijn land hier vertegenwoordig, ook al is het een adoptiefland.
Sommige lesgevers geven een introductie over het materiaal. Ik ben te schuchter. Ik vraag Claudio het in mijn plaats te doen: "materiaal gecreëerd door de dansers samen met reeds bestaande stukken uit primero, de laatste creatie van Lisi Estaras."
Terwijl ik dat zo hoor en zie, denk ik dat het fenomenaal zou geweest zijn in deze context delen uit de monologen te lezen, maar dat was gewoon niet mogelijk. Ik had niet eens de moed het te vragen. Ik weet dat ik een grote kans verkeken heb echt iets te doen en nu ben ik er te laat bij...
Het publiek is zeer enthousiast, vooral over de buitenlandse lesgevers, de snelle dansen vol energie en over de dansers uit Los Angeles die bij de microfoon komen staan om Israël te danken voor de heerlijke tijd die zij mochten beleven en hoeveel zij in de voorbije dagen geleerd hebben.
Nu ben ik aan de beurt, altijd zo 'n stress! Ik denk bij mezelf, het zijn toch maar 5 of 6 minuten en toch ... zij doen het echt goed. De mensen applaudisseren. Ik kan opnieuw ademen.
De vertoning loopt ten einde. Iedereen is gelukkig en opgewonden over het reslutaat.
De ambassadeur van België komt mij opzoeken. Een vrouw! Zij is zeer vriendelijk en zij is er zeer gelukkig over dat het begin van een relatie tussen België en Israël tot stand kan komen, zelfs op kleine schaal. Want geen van de grote dansgezelschappen van België wil in Israël optreden. Zij zegt dat zij zeer ontroerd was door hetgeen ik getoond heb en dat doet mij goed.
Ik vertel haar dat ik danser en choreografe ben bij les ballets C de la B en dat wij binnen het gezelschap de verschillende standpunten brengen. Ook al ondersteunen wij de boycot, toch ben ik naar Israël gekomen om hier een workshop te geven.
Ik denk dat zij een beetje in de war is, net als ik. Wij nemen afscheid en zij zegt nog dat zij in de toekomst in ieder geval wil helpen. Mijn Frans maakt mij verlegen, mijn sterk Spaans accent vevolgt mij in elke taal.
Einde. Wij wisselen adressen uit, telefoonnummers, omhelzen elkaar. Wij maken foto's. Het was een geweldige ervaring voor ieder van ons.
Op de luchthaven, terwijl zij bij het afstempelen vragen waar, met wie en waarom, kan ik alleen maar denken dat ik MOET terugkeren en dat ik niet meer zo lang mag wachten want het is dringend! En dat ik naar de bezette gebieden MOET gaan en ik kan het niet geloven dat ik daar nooit was! En dat ik een manier MOET vinden iets te doen, een project met mensen van beide kanten, daar in het midden van Tel Aviv...
Ik herhaal steeds weer bij mezelf dat ik dit gevoel van dit precies moment niet mag vergeten.
En zoals Alain me zei: "Schrijf het allemaal op!"
Lisi Estaras
Augustus 2010